Vorige maand plaatste Janthony Wielink van Enkwest Opleiding en Advies BV een artikel op LinkedIn dat feilloos de vinger op de zere plek legde van het al jaren te weinig proactieve re-integratiebeleid ten aanzien van langdurig verzuimende medewerkers.
Nog steeds is 80% van de WIA instroom 80-100% arbeidsongeschikt en een groot deel daarvan is blijvend volledig arbeidsongeschikt. Schadelastbeheersing lijkt er steeds meer op gericht te zijn om medewerkers of beperkt (<35%) arbeidsongeschikt te maken of door te schuiven naar de IVA. Naar verhouding groeit die categorie met als gevolg opwaartse druk op de basispremie WAO/WIA. Wielink wijst terecht op het gegeven dat 75% van de 80-100% WGA-gerechtigden arbeidsongeschikt is op arbeidsdeskundige gronden terwijl ze wel functionele mogelijkheden hebben, maar kennelijk kunnen er geen passende functies gevonden worden via het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS). En om het nog schrijnender te maken: van de 35-80% gedeeltelijk arbeidsongeschikten in de WGA werkt nog geen 50%. En slechts 1% benut zijn door het UWV vastgestelde verdiencapaciteit, aldus Wielink. Wielink verwondert zich er vervolgens over dat minister Koolmees desondanks niet de noodzaak ziet hier iets aan te doen en dit onderwerp over de verkiezingen heen lijkt te willen schuiven.
De vraag is dan ook wat de oplossing zou kunnen zijn. Sleutelen aan het CBBS ligt volgens velen voor de hand. Volgens ons heeft het geen zin om voortdurend naar het UWV te wijzen alsof daar de oplossing vandaan moet komen. We kunnen niet anders dan aannemen dat men daar zo zorgvuldig mogelijk de wet probeert uit te voeren. En in de wetgeving is ook de oorzaak te vinden van wat we nu al decennialang zien gebeuren. We hebben in tegenstelling tot veel andere landen onze arbeidsongeschiktheidsregelingen gebaseerd op het compenseren van het economisch verlies van verdiencapaciteit. Maar door successievelijke schattingsbesluiten en sleutelen aan het CBBS bieden we al lang niet meer een compensatie die overeenkomstig is met het salaris dat men verdiende voor het verzuim optrad. Uitkeringsgerechtigden zien het dan ook als een vrijwel onmogelijke opgave om werk met aanvullende inkomsten te vinden en daarmee op een inkomensniveau te komen dat men gewend was. Daarnaast krijgen potentiële werkgevers al heel snel het gevoel dat zij onevenredig moeten bijdragen qua loonwaarde voor de nog te verrichten activiteiten. Hier is waar re-integratie bedrijven en UWV al jaren tegen aanlopen. Hoe ideaal en sociaal het systeem bij de introductie van de WAO ook leek te zijn, het creëerde ook een schijnwerkelijkheid, omdat het arbeidsongeschiktheidspercentage niet evenredig was aan de werkelijke inzetbaarheid van mensen. Toen het systeem eind vorige eeuw voor misbruik vatbaar en feitelijk onbetaalbaar bleek, moesten de uitkeringen naar beneden worden bijgesteld.
Om arbeidsongeschikte medewerkers perspectief te bieden en te sturen op reële verwachtingen staan er meerdere routes open. Voordehand liggend lijkt de gedachte de uitkeringen weer op te krikken naar een niveau zoals dat in de eerste jaren van de WAO was. Diegenen in arbo en verzuimbranche die weten waar dit toe geleid heeft en zullen dit afraden; het systeem veroorzaakte eerder een niet af te remmen claim vanuit bedrijven om medewerkers in een neergaande economie te laten afvloeien via de arbeidsongeschiktheids-verzekering in plaats van de werkeloosheidsregelingen. De andere route is erkennen dat het systeem al lang geen compensatie meer is voor het ooit genoten inkomen, maar eerder een compensatie voor gezondheidsschade met een beperking voor het verrichten van arbeid zonder dat we de indruk wekken het verlies van verdiencapaciteit volledig te willen compenseren. Deze route is in andere landen niet ongebruikelijk. Daar worden arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en re-integratie in ander werk ook veel minder aan elkaar gekoppeld. Een derde route zou eventueel een tussenoplossing kunnen zijn die meer past bij de huidige wetgeving en die de inkomenscompensatie bij werken met een uitkering aanmerkelijk vergroot ten opzichte van niet werken. Het is aan de politiek om hier een oplossing voor te vinden.