BLOG; ‘Van zero loonsancties naar zero verzuim?’

Onlangs werd ik via een internetconsultatie uitgenodigd om commentaar te geven op een voorgestelde wijziging van het toetsingskader rond de Wet verbetering poortwachter. Hierin is het voorstel van het Ministerie SZW om werkgever en werknemer op drie momenten tijdens arbeidsverzuim hun visie te laten geven op het re-integratie proces. Deze momenten zijn:

– Bij het plan van aanpak

– Bij het bijstellen van het plan van aanpak

– Bij de eerstejaarsevaluatie

In het eerste decennium na de privatisering zag men dat de communicatie tussen betrokken partijen tijdens het re-integratieproces chaotisch en onbevredigend verliep. De invoering van de Wet verbetering poortwachter had daarom als doel om het re-integratieproces effectiever te laten verlopen en de informatiestromen en inspanningsverplichtingen in goede banen te leiden. In die periode ben ik direct betrokken geweest bij het opstellen van de eerste ministeriële regeling voor deze wet. En ik zal niet ontkennen dat deze protocolleringswet -want dat is het eigenlijk geworden – een structurerende werking had.

Er is echter iets dat mij bevreemdt. In de markt hoor ik daarvoor doorgeleerde casemanagers zeggen trots te zijn op het feit dat zij bij hun klanten zero loonsancties hebben. Daarnaast zien zij als effectieve schadelastbeheersing dat een deel van de verzuimende medewerkers minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn verklaard, dan wel op arbeidskundige gronden in de IVA terecht zijn gekomen. Als ik dit hoor, vraag ik mij sterk af of wij onszelf niet collectief voor de gek aan het houden zijn.

Zero sancties betekent namelijk niet dat het verzuim in de buurt van deze zero komt. Integendeel; het is vaak torenhoog. Kennelijk doet de regelgeving niet waarvoor het bedoeld lijkt te zijn. En daar zit hem nu net de kneep. De Wet verbetering poortwachter is gericht op legitimatie van verzuim en de gedane inspanningen. Het is een claimbeoordelingsinstrument en geen re-integratie instrument.

Sinds de introductie van de WAO en ook na de invoering van de privatisering zien wij in Nederland claimbeoordeling en re-integratie nog steeds als twee uitkomsten van hetzelfde proces. In werkelijkheid zijn het verschillende processen die elkaar weliswaar beïnvloeden, maar hun eigen dynamiek kennen. De claimbeoordeling is in wezen een juridisch georiënteerd proces, maar re-integratie is alleen maar effectief als de medewerker ander gedrag gaat vertonen. En een voorwaarde is dan wel dat werkgever en werknemer op één lijn zitten. Echter, met alleen de constatering van die noodzaak tot consensus op de visie bij re-integratie of de afwezigheid daarvan, schiet je zelf natuurlijk niets op.

Door de verdergaande juridisering zien wij dat de arbodiensten en het UWV steeds meer werk krijgen, bij een ontbrekende capaciteit. Ik stel daarom voor het werk voor de arbodiensten en het UWV iets makkelijker te maken. Laten we bedrijven met zero loonsancties in de afgelopen drie jaar en een WIA-instroom van minder dan 1%, belonen met een driejarige vrijstelling van WVP-verplichtingen. Zien we dat de WIA-instroom na deze drie jaar weer de verkeerde kant op gaat? Dan wordt de vrijstelling weer ingetrokken. Op deze wijze hebben bedrijfsartsen meer tijd voor preventie en kunnen de hardwerkende UWV professionals op een iets zinvollere manier hun werkvoorraden te lijf gaan.

Reijer Pille, maart 2023

Deel dit artikel met je collega's

LinkedIn
WhatsApp
Email