BLOG; ‘Ziekteverzuim en perspectief op werk’

Pas geleden ervaarde ik een deja vu toen ik de berichten las over het stijgende verzuim in een fors aantal sectoren. Eind tachtiger jaren zaten we in Nederland in een soortgelijke situatie met verzuimcijfers vaak boven de 10% en een enorme WAO instroom. We hadden toen weliswaar nog wel de publieke Ziektewet en volledig publieke WAO. We hadden ook een grote werkeloosheid, rammelende economie en een uitvoeringsinstantie die vooral werkgevers- en nemers ter wille wilde zijn om problemen met betrekking tot werkgelegenheid en inkomensderving te helpen oplossen.

Dit lijkt op het eerste gezicht niet zoveel te verschillen met de situatie van nu. Met dien verstande dat sociale partners thans geen directe invloed hebben op de uitvoering door UWV.

En zoals we vorige week in Trouw hebben kunnen lezen, geloven zelfs de grote arbodiensten niet meer dat bedrijfsartsen het verschil maken en dat verzuim en ziekte identieke begrippen zijn (Veel werkverzuim heeft geen medische oorzaak). Maar als we daar echt iets aan willen doen, dan moeten we toch ook nog eens goed kijken naar de regelgeving die medicalisering en juridificering in de hand werkt; om te beginnen bij de Wet verbetering poortwachter. (zie ook mijn vorige blog ‘Van zero loonsancties naar zero verzuim?’)

Ook al lijkt er nu weer sprake van een systeem crisis, toch aarzelt het huidige kabinet op dit moment een fundamentele discussie te voeren. De minister schuift e.a. door aan de commissie OCTAS, waarvan een eerste rapportage wordt verwacht in Q1 2024. Waarschijnlijk studeren zij hier nog een paar jaar langer op, gezien de verwachte duur van deze kabinetsperiode. Maar die tijd hebben we eigenlijk niet als we willen voorkomen dat de zaak volledig vastloopt en verzuim de enige uitweg is die mensen denken te kunnen kiezen om zich te beschermen tegen de omstandigheden waar ze denken geen invloed meer op te hebben.

Tegenwoordig noemen we dat een gebrek aan self efficacy. Eerst was deze term verbonden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Tegenwoordig lijkt die groep veel groter te zijn geworden, waarbij zij in eerste plaats een afstand tot hun eigen arbeid i.p.v. de arbeidsmarkt hebben. Onvrede over onder andere ervaren werkdruk of organisatie van het werk lijkt de onderstroom te zijn die al langer in veel sectoren aanwezig was. Daarbij komt dat voor mensen onder aan het loongebouw, met een uitkering en toeslagen, meer werken vaak onvoldoende financieel voordeel oplevert.

Naast veel verzuim ten gevolge van de lange termijn effecten van Covid heeft het ook als een katalysator voor bestaande onvrede gediend. Covid heeft de verzuimdrempel in veel organisaties langdurig verlaagd en verloop aangewakkerd. Een modern verzuimbeleid moet daarom veel meer inspelen op hoe er beter met de beschikbare capaciteit kan worden omgegaan en hoe medewerkers daar zelf meer invloed op kunnen hebben zodat zij hun werk als zinvol en plezierig ervaren. Preventie dus, maar dit laat onverlet dat, als verzuim er dan toch is, de re-integratie zodanig georganiseerd dient te worden dat medewerkers meer vertrouwen krijgen in eigen kunnen en weer perspectief in werk gaan zien.

Reijer Pille, april 2023

Deel dit artikel met je collega's

LinkedIn
WhatsApp
Email