Begrijpt u waar het over gaat? Als u werkzaam bent in de arbodienstverlening dan zult u ongetwijfeld iets herkennen. Maar als u werkgever of werknemer bent zult u misschien denken waar heeft hij het over! Nou dan moet ik u toch teleurstellen of waarschuwen; het gaat namelijk over u. Het gaat over uw arbodienstverlener, de manier waarop uw bedrijfsarts werkt of taken uitbesteed maar ook met wie u communiceert over verzuimende medewerkers. Nu denkt u misschien wij hebben toch gewoon een bedrijfsarts en daar kunnen we toch gewoon mee praten en adviezen vragen? Nou “das war einmal!” Sinds ruim een jaar is er een nijpend tekort aan bedrijfsartsen, en arbodienstverleners zijn druk op zoek naar creatieve oplossingen om met dit tekort om te gaan. En in die oplossingen komt u woorden tegen zoals in eerste zin van deze blog. Maar nu zult u denken: mooi allemaal deze magische woorden, maar wat betekent dat nou voor mij en ons bedrijf?
Gelukkig bent u niet de enige die hier tegenaan loopt. Het Ministerie van SZW zag op tijd dat de dagelijkse praktijk behoefte had aan regulering maar ook dat zelfregulatie kaders nodig heeft die verder gaan dan de richtlijnen van de beroepsgroepen. Het voor de hand liggende idee van een door alle stakeholders gedragen werkwijzer ontstond. En na een jaar van overleg is de werkwijzer geboren. Maar een van de belangrijkste stakeholders, de FNV, kan er niet achter staan en komt met een eigen werkwijzer. Het brengt nieuwe onzekerheden met zich mee.
Intussen heeft trouwens de AP al in 2016 een stuk gepubliceerd over omgaan met taakdelegatie in de beleidsregels en de verzuimende medewerker. De realiteit is dus nu dat er geen eenduidigheid is, maar wel veel materiaal beschikbaar hoe u hiermee om kunt gaan. Om u te kunnen helpen hebben wij alle publicaties en werkwijzers geïnventariseerd en gekoppeld met de kennis die wij in de consultancy over de dienstverlening aan arbodiensten hebben vergaard. Wij hanteren bij onze adviezen als uitgangspunten dat het afbreuk risico voor de gekozen oplossing tot een minimum wordt beperkt, dat medewerkers weten waar ze aan toe zijn en wat de bevoegdheden zijn van hun gesprekspartners en dat de verdienmodellen van de arbodienstverleners zo transparant mogelijk dienen te zijn.